Verzoek monumentenstatus Van Tijenflats, Nolensstraat 6-154 te Amsterdam Afdrukken

 

Aan het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel Nieuw-West
Postbus 2003
1000 CA AMSTERDAM

Amsterdam, 20 juni 2019

Betreft: verzoek monumentenstatus Van Tijenflats, Nolensstraat 6-154 te Amsterdam

Geachte leden van het dagelijks bestuur,

Erfgoedvereniging Bond Heemschut verzoekt u de Van Tijenflats, Nolensstraat 6-154, te beschermen als gemeentelijk monument. Wij vragen u de aanwijzingsprocedure te starten conform de vigerende erfgoedverordening.

De genoemde flatgebouwen zijn vanaf 1953 gebouwd naar ontwerp van de befaamde architect Willem van Tijen (1894-1974) en onderdeel van de toen nieuwe wijk Geuzenveld.

Geuzenveld is tussen 1953 en 1959 gebouwd in zes buurten, elk naar het ontwerp van een andere architect en elk in beheer van een andere woningbouwvereniging. Elke buurt zou eigen lagere scholen krijgen en de grootte van elke buurt werd daarom bepaald door het aantal huishoudens dat een lagere school kon vullen: 700 tot 800.

Opvallend was de scheiding tussen laagbouwbuurten aan de randen van de wijk en buurten met portiekwoningen en galerijwoningen in het midden van de wijk rondom het centraal gelegen winkelcentrum aan het Lambertus Zijlplein. De gekozen architecten waren over het algemeen aanhangers van het Nieuwe Bouwen: Jaap Bakema, Bernard Bijvoet, Ben Merkelbach, Cornelis Wegener Sleeswijk en Willem van Tijen. Een uitzondering was Willem Marinus Dudok, wiens ontwerpen door de functionalisten vaak te frivool werden genoemd.

Van Tijen kreeg in 1953 opdracht om de zuidwestbuurt te ontwerpen. Het zou een buurt worden met in totaal 800 woningen. Het stedenbouwkundige plan stond vast en de voorverkaveling diende overgenomen te worden. Architecten hoefden de buurten slechts van een invulling te voorzien.

De haakvormige voorverkaveling van Geuzenveld kende een strikte scheiding tussen laagbouw en etagebouw. De Woningdienst had - nog voordat de architecten waren uitgenodigd - bezwaren geuit tegen deze verkaveling van de zuidwestbuurt. Van Tijen nam daarom gemakshalve aan dat het hem vrij stond het verkavelingsplan naar zijn hand te zetten en introduceerde in Amsterdam de gemengde woonvormen volgens de Rotterdamse wijkgedachte. Ondanks de vele ontwerpen die Van Tijen in het voorjaar van 1953 voor de zuidwestbuurt maakte, hield Van Eesteren vast aan zijn eigen stedenbouwkundige opzet.

Van Tijen besloot uiteindelijke de hulp van architect en steden-bouwkundige Wim Wissing in te roepen, die als intermediair tussen Van Tijen en Van Eesteren zou optreden. Het gerealiseerde plan is een compromis geworden tussen Van Eesteren en Van Tijen. Van Eesteren wilde een strikte scheiding tussen etage- en laagbouw en wilde vasthouden aan de L-vormige verkaveling voor de woonstroken. Van Tijen daarentegen wilde juist de woonvormen mengen en een minder strenge verkaveling.

De door Van Tijen gebouwde blokken vallen op door hun verzorgde modernistische architectuur en fraaie winkelruimtes op de hoeken en stoepjes bij de entree van de woningen. In de 2,40 m hoge onderbouw van de etageblokken kwamen bergingen, garages en knutselruimten. De zuidwestbuurt is Van Tijens laatste grote uitgevoerde woningcomplex waaraan hij zelf vanaf het eerste ontwerp tot en met de inrichting van de modelwoning heeft gewerkt. (1)

Aan het begin van deze eeuw is een groot aantal blokken van Van Tijen in deze buurt gesloopt voor nieuwbouw. De blokken aan de Nolensstraat zijn tot op heden zeer gaaf behouden en is het enige volkswoningbouwcomplex van deze architect in het AUP-gebied dat over is. (2)

De Van Tijenflats zijn monumentwaardig om de volgende redenen.
* Vanuit stedenbouwkundig oogpunt, als belangrijk en beeldbepalend restant van de Van Tijenbuurt met zijn karakteristieke haakvormige blokken in middelhoogbouw.
* Vanuit architectuurhistorisch oogpunt, als zorgvuldig ontworpen voorbeeld van naoorlogse sociale woningbouw en als goed voorbeeld van het werk van de befaamde architect Willem van Tijen, die vooral naam heeft gemaakt met de volkswoningbouw, tevens als illustratie van de ontwikkeling van de tuinstad Geuzenveld.
* Vanwege het gaaf bewaarde exterieur van de bouwblokken.

Van belang daarbij is dat inmiddels zoveel goede ervaring is opgedaan met recente renovaties (voorbeelden van zorgvuldige herontwikkeling van woongebouwen zijn o.a. Bouwe Ewoutszstraat 1-8 / Jan Zijvertszstraat 1-8 in de Bakemabuurt, de Aireywoningen aan de Burgemeester de Vlugtlaan in Slotermeer, de Knijtijzerflats in Overtoomse Veld, de Senecaflat aan het Confuciusplein en het woongebouw in de U.J. Klarenstraat), dat het niet voldoen aan de huidige eisen geen reden meer hoeft te zijn voor de nu voorgestelde sloop.

Indien er behoefte is aan een toelichting op deze brief dan vernemen wij dit graag.

Namens de commissie Amsterdam van Heemschut,
met vriendelijke groeten,

N. Vervat (voorzitter) en P.D. Meijer (secretaris)

C.c.: Stadgenoot, postbus 700, 1000 AS Amsterdam
C.c.: Vereniging ProWest, Amsterdam

(1) T. Idsinga en J. Schilt, Architect W. van Tijen 1894-1974, ’s-Gravenhage [1987], p. 359-363.
(2) Atlas AUP Gebieden Amsterdam, Amsterdam 2013.

Zie ook: https://www.heemschut.nl/nieuws/actueel/bericht/heemschut-zet-in-op-monumentenstatus-voor-van-tijenflats-amsterdam

 

 

 

Laatst aangepast op zondag, 21 juli 2019 23:37